Ik ben nu een aantal weken actief binnen A.Hak. Ik heb veel collega’s gesproken en onwillekeurig trek je een vergelijk met voorgaande ervaringen.
Wat mij aangenaam verrast heeft bij A.Hak is dat de mensen uitzonderlijk gedreven zijn. Juist de top van de organisatie gelooft in veilig en gezond werken. Van groot belang hierbij zijn uiteraard de eerste lijnfunctionarissen, de uitvoerders en projectleiders. Zij hebben een duidelijke voorbeeldfunctie. Onze doelstelling is dat het gedrag binnen de hele organisatie op trede 4 van de veiligheidsladder komt. Op het gebied van duurzaamheid moeten we inventief zijn om deze doelen te behalen. Bij investeringen in duurzaamheid gaan de kosten vaak voor de baten uit en dat vereist inventiviteit van ons allemaal.
We accepteren nog te makkelijk wat opdrachtgevers ons voorleggen. De opdrachtgever is wettelijk verplicht om een goed V&G-plan te maken waar precies de risico’s instaan. Het Arbobesluit bouwproces schrijft voor dat de opdrachtgever uitspraken moet doen over de ontwerp risico’s, het V&G-dossier en expliciet over bijvoorbeeld verontreinigde grond. Dit doen ze in zeer beperkte mate. En wat doen wij? A.Hak wil veel te snel het project opstarten, terwijl we onze opdrachtgevers eerst echt beter moeten opvoeden.
“Je moet zeggen wat je doet,
doen wat je zegt en bewijs
dat je het gedaan hebt”
Zorg dat je kritisch naar de aanbestedingen kijkt, vraag het V&G-plan op en controleer of het van voldoende kwaliteit is. Het is per slot van rekening een contractdocument met (financiële) gevolgen. Een voorbeeld waar het wél goed gaat is onze klant Vattenfall, een samenwerking op het gebied van warmte en veiligheid. Heel eerlijk, voor mij is dit na 40 jaar werkervaring één van de eerste keren dat ik een goed V&G plan van de opdrachtgever zie. Nu maken wij vaak het V&G-plan, maar het moet eigenlijk andersom zijn om de risico’s van tevoren goed te kunnen inschatten.
We belonen, maar we moeten bewuste overtredingen ook duiden. Wanneer we iets afspreken met elkaar dan is het cruciaal dat we de afspraak nakomen. Veiligheid gaat boven alles; prioritaire risico’s moeten we niet accepteren, denk daarbij aan onvoldoende grondkerende constructies, aanrijdgevaar, werken onder spanning etc. Dat zijn overtredingen die gewoonweg niet passen bij A.Hak. Kijk, het gaat echt niet om een foutje maken, want dat doen we allemaal. Maar het bewust door rood gaan, dat moeten we echt voorkomen. Ik wil speldenprikjes uit gaan delen om dit gedrag te beïnvloeden.
“Spreek elkaar aan
én accepteer dat je
aangesproken wordt”
In 2022 starten we met de ‘veiligheidsmedewerker van de week’. Eén persoon is een week lang op een project de veiligheidsman/vrouw van de week. Een functie waarbij je werkt als katalysator en met collega’s praat over veiligheidsgedrag. In de komende themacampagne gaan we deze functionaris introduceren. Je hebt hierdoor als teammedewerker een rol en reden om iets te doen. Het is geoorloofd om een ander aan te spreken en herkenning te vragen van de geconstateerde tekortkoming.
Vervolgens leg je jouw bevindingen vast in de Veilig A.Hak app. Op dit moment wordt er nog te weinig melding gemaakt in deze app. Eigenlijk moet elke medewerker minstens eén keer per jaar een melding doen van een onveilige situatie. Met 1500 meldingen per jaar kun je trends herkennen en preventieve acties formuleren. Spreek elkaar aan, wees zuinig op je omgeving en het materieel en gebruik altijd je gezonde verstand.
Naast veiligheid zet ik me ook in voor verduurzaming. Minder CO2 uitstoot, minder stikstof en laten we materialen vaker hergebruiken, nu wordt het nog te vaak weggegooid. Bouw de keten uit en werk aan circulariteit.
De grootste uitstoot die wij hebben is op de projecten. Kranen, shovels, pompen… die zijn in een aantal gevallen aan een modificatie toe. Uiteindelijk zit de grootste spurt die je kunt maken in de machines. Ook ons eigen gedrag telt mee; laat niet onnodig machines draaien, kies voor groene aggregaten en zet de verlichting einde dag uit. Duurzaam werken is ook meer aandacht besteden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de aanbestedingen is dit steeds vaker een hard criterium.
Google+